Het gaat slecht met de insecten, maar niet overal. Samen met andere vrijwilligers tel ik al ruim dertig jaar vlinders in de Bennekomse Meent, een bloemrijk natuurgrasland tussen Bennekom en Veenendaal. Drieëndertig jaar wekelijks vlinders tellen leverde in totaal 29.719 exemplaren op, verdeeld over 27 soorten.
Verrassend is dat hier zowel het aantal vinders als het aantal soorten over deze periode is verdubbeld. Ondanks dat het een klein natuurreservaat is ingeklemd tussen Veenendaal en intensief gebruikte agrarische gronden.
Gunstig is dat het terrein al heel lang in beheer is als natuurgebied, en sinds 1994 in een aantal stappen uitgebreid en meer verbonden met andere natuur. Het maakt sinds 2019 deel uit van het nieuwe natuurgebied Binnenveldse Hooilanden. Ook wordt sinds 2007 niet al het grasland in één keer gemaaid. Daardoor kunnen de rupsen beter overleven.
Verreweg het talrijkst is hier het bruin zandoogje, met maar liefst tweederde van alle getelde vlinders. Dit is een typische soort van bloemrijke graslanden, die we hier in de Vallei buiten natuurgebieden nog maar heel mondjesmaat zien. Er komen nog een paar andere graslandsoorten voor maar in heel lage aantallen. Een daarvan was de argusvlinder, maar die is sinds 2010 verdwenen uit het gebied. Het groot dikkopje is zeldzaam maar komt nog steeds voor. Het hooibeestje was verdwenen rond 2000 maar komt de laatste jaren wel weer voor. Dit jaar zagen we er meer dan ooit, enkele tientallen. Het kleine bleekoranje vlindertje kun je nu nog zien rondvliegen. Wellicht profiteert hij van de uitbreiding van natuurterreinen, ook op andere delen van de Binnenveldse Hooilanden zie ik hem soms. Hij vliegt nu nog rond samen met twee andere kleine soorten: de kleine vuurvlinder, feloranje met bruin, en het icarusblauwtje kun je hier in de nazomer nog zien. We tellen door, en hopen op een toename van vlinders dankzij de nieuwe natuur.
Geplaatst in de Gelderlander 30 augustus 2023
In Vlinders augustus 2023 (3) is een uitgebreid artikel verschenen van Michiel Wallis de Vries en mij over de vlinders van de Bennekomse Meent. Zie