Paars en geel in nieuwe natuur in Mooi Binnenveld

Dit jaar hebben we met een clubje van zeven mensen een tweede monitoring van planten in de nieuwe natuur van de Vereniging Mooi Binnenveld uitgevoerd.

Het gebied ontwikkelt razendsnel, de vogels zie je prima vanaf de randen. Na de broedtijd mogen we met rode hesjes het gebied in voor de monitoring en we zijn nieuwsgierig hoe de flora ontwikkelt.

Het globale beeld is goed vergelijkbaar met twee jaar geleden. Er zijn stukken met veel riet of russen, maar daartussen staan toch ook steeds allerlei andere kruiden. We vinden de meeste soorten van twee jaar geleden terug, en veel daarvan ook wel in grotere aantallen. Een uitwerking van alle resultaten moet nog komen, maar hierbij een paar impressies van het del van het gebied dat ik heb geïnventariseerd.

Op afstand vallen vooral de paarse grote kattenstaarten op, die plaatselijk massaal staan, aangevuld door het geel van moerasrolklaver en egelboterbloem.

Soorten als grote ratelaar en blauwe knoop zijn behoorlijk in aantal toegenomen.

En soms hele groepen van de kleine lichtlila bloempjes van stijve ogentroost.

Klokjesgentianen ontbraken twee jaar geleden nog (of misschien waren ze als niet-bloeiende planten aanwezig), nu staan ze overal verspreid in het gebied, en soms in flinke aantallen.

Het melkviooltje vonden we weer terug, in iets grotere aantallen dan twee jaar geleden.

Een paar soorten die we voor het eerst vinden zijn naaldwaterbies en borstelbies. Beide soorten niet meer dan kleine grasachtige sprietjes met een piepklein bloei-aartje, maar wel bijzondere soorten van lang onder water staande plekken in schraal grasland.

Onbeduidende grasjes die onderwater zijn gekomen door recente regen?

Wat beter kijken…. nog beter: dit is de naaldwaterbies: onooglijk, maar wel zeldzaam!

Plaatselijk zijn ook plekken met opener begroeiing waar zandhaarmos ontwikkelt, en mooie indicator van voedselarme grond.

En ik vond de eerste paddenstoelen van schraalgrasland, de zwartwordende wasplaat.

Tot slot een paar plaatjes van het zuidelijk deel nabij het vlonderpad, in juni. Hier staan dit jaar grote aantallen grote ratelaar en brunel. Ook het paarse brunel en gele waterkruiskruid geven extra kleur aan het gebied

Verspreid vind je hier ook moeraskartelblad en orchideeën, in het meer noordelijk deel ontbreken ze nog.

Vooral rietorchis doet het hier nu goed.

Maar ook de gevlekte orchis komt nu voor.

Luchtalarm in de Binnenveldse Hooilanden

Het is weer een drukte van belang in de Binnenveldse Hooilanden. De plassen en moerassen werken als een magneet op diverse trekvogels. En intussen beginnen de weidevogels al te broeden. Al die vogels trekken weer nog meer dieren aan. En mensen, die met verrekijker of telelens een vogeltje verschalken. Onder deze virtuele predatoren lijden de vogels niet, zo lang ze op de paden blijven.  Maar er zijn ook vogels en zoogdieren die letterlijk vogels vangen of nesten roven. Overdag zijn vooral de predatoren vanuit de lucht zien, zoals kraai, kiekendief, buizerd en blauwe reiger. Ze kunnen al snel rekenen op een warm onthaal, kieviten stijgen op en duikelen rond de vijand. De vogel vliegt door en er komen nog meer kieviten. Dan komt ook nog de grutto, liefst twee of drie tegelijk. Als straaljagers jagen ze erachteraan, met veel grutto-getetter. De kleinere tureluur broedt graag pal naast een kievit, en laat het liever aan zijn grote neven over. Maar hij doet toch dapper mee als de rover echt dichtbij komt.

Kievit in de achtervolging naar een ooievaar

Predatoren op de grond zien we veel minder, ze zijn ook vooral ‘s nachts actief. Zoals Dat vos en  wezel, of zelfs de huiskat die toch ook met gemak kilometers vanaf zijn huis rondstruint. Tot mijn verbazing zag ik laatst een paar kieviten een fazantenhaan aanvallen. De fazant zat gewoon in het gras, de kieviten bleven wel vijf minuten duikaanvallen doen. Is dat nou nodig, vroeg ik me af? Via internet zijn er toch wel vaker zulke meldingen, en het schijnt dat een fazant wel eens eieren wil eten als hij ze vindt. Hij hoort zeker niet tot de belangrijke predatoren,  maar deze kieviten vertrouwden hem duidelijk niet.

Er is veel bezorgdheid over predatie van weidevogels, waarmee het landelijk immers slecht gaat. Maar bij een hoge dichtheid is er collectief luchtalarm.  Laten we hopen dat in het Binnenveld zoveel weidevogels zitten dat de ze de predatoren weinig kans geven.

Eindelijk rust in de avondzon…

Geplaatst in de Gelderlander 3 mei 2023

Druktemakers in de Binnenveldse Hooilanden

In het natte natuurgebied komt de begroeiing nog maar traag op gang, maar dat stoort de vogels niet. Integendeel, ze houden wel van open terrein en zo lang de begroeiing laag is kunnen wij ze ook beter zien.

Ik heb alweer een paar excursies geleid en fiets nu graag ook een rondje om te kijken welke vogels er nu weer zitten. Vaste klanten zijn nu de weidevogels. De top 5 van kievit, grutto, tureluur, wulp en watersnip krijg je vrij gemakkelijk te zien.

Man grutto stapt rustig rond langs het fietspad

Zelfs tijdens een excursie in de regen lukte dat goed, de watersnippen waren extra actief leek het wel, met wel vier snippen tegelijk in baltsvlucht. Omhooggaand roepen ze tjakke-tjakke-tjakke, als ze weer afdalen maken ze een bibberende zoem met door de wind door hun staartveren te laten gaan.

Als er een roofvogel in de buurt stijgen er al snel een paar weidevogels op om ze weg te jagen. De kieviten als eerste, want die zitten overal. Maar al snel komen er ook grutto’s, als een soort straaljagers erachteraan. De verschillende soorten helpen elkaar. Ik zag het gebeuren toen er een grote donkere roofvogel kwam aanzeilen. Eens proberen of ik dat op de foto kon krijgen. Dat lukte, zij het niet heel dichtbij. En terwijl ik dat deed zag ik dat het geen bruine kiekendief was, maar een zwarte wouw! Dat was helemaal een mooie vangst.

Kievit opent de aanval op zwarte wouw
Grutto komt de kievit helpen bij aanval op zwarte wouw

Een stuk verderop zag ik ook kieviten die duikvluchten uitvoerden op een fazantenhaan. Ik snap niet waar dat voor nodig is, maar ze hielden het zo’n 5 minuten vol. De fazant vond het niet leuk, maar bleef toch zitten.

Twee kieviten buitelen boven een fazantenhaan
Een dappere aanval, maar waarom?

Tijdens een excursie waren we getuige van een andere kaper op de kust. We werden opgeschrikt door een blauwe reiger die  sneaky langs kwam vliegen maar waarop een meerkoet gelijk alarm sloeg. Niet zonder reden, in een mum van tijd had de reiger een jong eendje te pakken en vloog weg, achtervolgd door een radeloze moedereend. Tevergeefs, er restten daarna nog na vijf jonkies. De reiger staat niet in onze top 5 ….

In riet en oevers komen nu steeds meer zangvogels. Rietgorzen kun je het hele jaar door zien. Maar in het riet hoor je nu ook vogels met kwetterende geluidjes en af en toe welluidende fluittonen. Met geduldig zoeken ontwaarden we hier de blauwborst die zingend rondscharrelde op de bodem tussen het riet. Uiteindelijk konden bijna alle excursieleden deze vrolijke fluiter te zien krijgen.

En de plasjes trekken nu ook veel trekvogels. Bijna dagelijks wordt weer een nieuwe bijzonderheid gemeld. Vorige week werd ik op een avond verrast door een groep van wel 50 kemphanen, die vlakbij het fietspad zaten. Er waren nog een paar fotografen, soms vloog de groep even weer op maar kwam ook snel weer zitten. IJverig stappen ze rond in de plasdras, voortdurend pikkend. Met het avondlicht en de kleine afstand kon ik fraaie foto’s maken. Je ziet mooi dat er mannetjes zijn met verschillende kleuren aan kop en borst: wit, roodbruin of zwart. Het is nog wat spikkelig, want ze zijn nog in overgangskleed. Dit zullen nog doortrekkers zijn op weg naar Scandinavië, maar wie weet gaan ze hier ook nog eens broeden!

In het midden een bijna uitgekleurd donker mannetje kemphaan
Een wit mannetje met daarachter een kemphen
Een geslaagde avond totdat het te donker werd …

De foto’s geven een mooi beeld. Maar de geluidsbeleving erbij maakt het nog veel mooier. Ga er maar eens naartoe!

Valkentop in de Binnenveldse hooilanden

De nazomer is een tamme tijd wat betreft vogels in de Binnenveldse Hooilanden, maar daarin is nu verandering gekomen. Er kwamen al meldingen van wat minder gewone roofvogels.

Vanochtend ging ik een groepje vogelaars uit Kampen rondleiden. Het miezerde wat, geen geweldig zicht dus. Maar er lieten zich al een paar buizerden zien, zittend op het gemaaide natuurgrasland en in een van de verspreide boompjes. Iets verderop vliegt een torenvalk langs, al snel zijn karakteristieke bidhouding aannemend. Weer iets verder vliegt een roofvogel met strakke slag langs, veel donkerder en met korte staart. Dat is de boomvalk, die ook wel in het gebied heeft gebroed en op het punt staat om af te reizen naar Afrika.  Vlak daarachteraan vliegt nog net zoiets, maar wel net wat kleiner. De vogel gaat ver weg in een boom zitten. Een van deelnemers vangt hem in zijn telescoop: minder zwartdelen op de kop, een witte streep in de nek: hier heb je de roodpootvalk. We hoopten er al op, want deze vogel zit nu al twee weken in het gebied. Na een poosje vliegt hij op en vliegt op wat grotere hoogte over ons heen. We zien de wat starre vleugelslag zoals een torenvalk, de wat kortere staart zoals een boomvalk en de roodachtige getinte poten van de roodpoot. De vogel gaat veel verder weg opnieuw in een boom zitten. We wandelen rustig die kant op en krijgen hem al aardig in het vizier. Ook daar vliegt hij weer een rondje, en weg buiten beeld. Maar als ons pad net scherp afbuigt, staat er recht voor ons een paaltje in het veld met… de roodpootvalk. Op 50 meter afstand, lage zitplaats dus prima belicht, zelfs bij dit miezerweer. Daar zit hij rustig te chillen, maar wel de hele tijd zijn kop draaiend.

Juveniele roodpootvalk

Hij laat zicht niet verstoren als er een grotere valk komt langsvliegen die veel kieviten de lucht in jaagt. Daar is grote neef de slechtvalk. Als er ook nog een groep spreeuwen rondvliegt jaagt hij er even achteraan, een korte duikvlucht, maar vergeefs. Terug naar de roodpoot. Die vliegt ook eens even weer rond, en kijkt eens even of hij bij een torenvalk op een paal 100 meter verderop een prooi afhandig kan maken. Zonder succes, dan maar terug naar zijn eigen paal. Na een halfuurtje hebben we er toch genoeg van en lopen terug. De roodpoot heeft er nog geen genoeg van, vliegt over ons heen en gaat op een paal zitten voor ons. Oké, zit hij nog dichterbij. Nog een paar foto’s en dan toch maar doorlopen.

ondanks de miezer toch nog een extra portret

Nog veel meer foto’s vind je op Jan-Freerk’s blog.

We zien deze dag niet heel veel vogelsoorten, maar wel  vier verschillende valken en ook nog een bruine kiekendief, havik en sperwer.  En dan hebben we het smelleken nog gemist, die gisteren ook nog is gezien Dat hier nu zoveel roofvogels zitten is vast geen toeval. Er is veel terrein net gemaaid, en het is muizenrijk gebied, Al die muizen zijn nu veel gemakkelijker te vinden. Direct achter maaimachines zie je clubjes ooievaars, soms wel 15 bij elkaar.

Ooievaars zijn er als de kippen bij als er gemaaid wordt…

Op wat meer afstand en ook dagen erna, zie je blauwe en grote zilverreigers rondscharrelen. En dan dus veel roofvogels; zelfs de havik, normaliter een vogeljager tussen de bomen,  gaat hier nu op de grond zitten. En zo maakt het maaien een eind aan het plantenseizoen, maar de vogels duiken weer op. Ook kieviten watersnippen en groenpootruiters komen weer langs in de plasjes die nu ontstaan door de regens. Het blijft genieten in de Binnenveldse Hooilanden.

Blauwe gentianen in fonkelnieuwe natuur van de Binnenveldse Hooilanden

Drie jaar na het afgraven van de Binnenveldse Hooilanden is de bodem bijna helemaal bedekt met groen.  Met in het voorjaar roze en geel van echte koekoeksbloem en kruipende boterbloem, en later in het jaar grote kattenstaart en moerasrolklaver. Verder zijn er heel veel grassen en russen, en ook banen met riet. Tussen dit grof geweld staat echter al een flinke variatie aan andere soorten. Van sommige zaten nog zaden in de grond, andere zijn komen aanwaaien. En een aantal zijn opgekomen uit zaden die hier zijn gekomen met uitgestrooid natuurmaaisel uit andere natuurterreinen.

De fonkelende bloemen van de klokjesgentiaan staan verborgen tussen het gras

Het kan een paar jaar duren voordat je resultaat ziet. Maar het lijkt er op dat knoopkruid en grote ratelaar het plaatselijk goed gaan doen. En tot mijn verrassing verschenen dit jaar op verscheidene plekken zowaar de diepblauwe bloemen van de klokjesgentiaan. Een bescheiden plant van zo’n 10 tot  20 cm hoog, die niet opvalt totdat de bloemen komen. Niet zo gek dat de agrarische coöperatie, die een deel van het gebied beheert, ze nog niet had ontdekt toen ze een deel van hun percelen wilden gaan maaien. Maar ze hadden een paar floristen gevraagd te komen kijken. Die vonden tientallen exemplaren, die net begonnen te bloeien.

Vaak maakt 1 plant enkele boeistengels

Het is een hele kunst om het beste maaitijdstip te vinden. Door te maaien en het maaisel weg te halen voorkom je verruiging en kunnen meer bijzondere planten tot hun recht komen. Maar eerst broeden er vogels. En hoe vroeger je maait, hoe minder soorten zaad zetten, en hoe moeilijker insecten overleven. Alle drie de beheerders puzzelen hierop. Ze maaien delen relatief vroeg, andere later. Stukken die wat vroeger zijn gemaaid zijn opnieuw uitgegroeid en leveren in de nazomer juist nog wat bloemen. Hier profiteert nu de gele moerasrolklaver met een tweede bloei. Ook de boeren besloten om stukken nog later te maaien dan gepland. Zij vinden klokjesgentianen hier belangrijker dan gras!

Geplaatst in de Gelderlander 31 augustus 2022

Het icarusblauwtje doet het enorm goed in de Binnenveldse Hooilanden
De oranje luzernevlinder vliegt hier ook rond, ik denk wel enkele tientallen in totaal!

Leermos siert de nieuwe natuur

Nu er bijna geen bloem meer is te vinden, is het een mooie tijd om mossen en korstmossen te zoeken. Zo lang het vochtig is en niet vriest groeien ze lekker door in de winter, en geven plaatselijk de natuur extra kleur. De mossen in 50 tinten groen en de korstmossen in 50 tinten grijs. Een opmerkelijke vondst deed ik in de omgeving van de Bennekomse Meent. In de rand van een afgeplagd  veld vond ik heel wat plakkaten van het soredieus leermos. Leermossen vind je meer in de duinen dan in het binnenland. In onze omgeving kun je toch af en toe leermos vinden op vochtige open zandgrond, dus plekken waar in geel zand is gewerkt, zoals in sommige natuurontwikkelingsgebieden.

Waar de meeste korstmossoorten kleine en wriemelig zijn, vormen leermossen wel een centimeter brede lobben. Die lobben liggen op de grond en zijn droog muisgrijs, maar als ze nat zijn donker en bruingroen. Het leermos was hier mooi ontwikkeld en dan kun je op omhoogstekende lobben de vruchtlichaampjes vinden, een soort roodbruine lipjes.

Soredieus leermos: de sorediën ontbreken maar wel mooi bruine vruchtlichaampjes (apotheciën)

Die vruchtlichaampjes zijn maar het halve werk voor een korstmos, want een korstmos bestaat uit een symbiose van een alg en een schimmel. De vruchtlichaampjes vormen sporen van de schimmel. Willen de sporen weer tot een korstmos uitgroeien, dan moeten ze opnieuw een alg tegenkomen. Die kans is niet zo groot, daarom worden ook broedkorreltjes of sorediën gevormd. Dit zijn korrels van wat algencellen omwikkeld met schimmeldraadjes die gemakkelijk kunnen losraken en wegwaaien. Het bijzondere van leermos is dat hierin niet een groenalg zit zoals de meeste korstmossen, maar een blauwalg. Nog gekker, een blauwalg is naar moderne inzichten geen alg maar een bacterie. En schimmels worden trouwens ook niet meer ingedeeld bij het plantenrijk. We kijken hier niet naar een plant, maar naar de gecombineerde rijken van schimmels en bacteriën. Daar valt nog veel moois te ontdekken!

Geplaatst in de Gelderlander 24 november 2021

Op de onderkant zijn witte aders en rhizinen (eenvoudige worteltjes) te zien

Bloemenpracht in Binnenveldse Hooilanden na regen

Grote kattenstaart is de blijkvanger van deze maand

De Binnenveldse Hooilanden langs de Grift blijven verrassen. Het riet groeit hoog op langs de randen en ontneemt nu het uitzicht op het natuurgebied, maar op een aantal plekken is er wel een inkijkje. En er zijn een paar stukjes wandelpad die al de moeite waard zijn. Wat is het terrein nat dit jaar, in groot contrast met het droge 2020, overal is het plasdras. Waar in juni de roze koekoeksbloem blikvanger was, is dat nu overgenomen door de kattenstaart. Overal verspreid door het gebied zie je de paarse kaarsen van deze plant staan, soms compleet paarse velden.

De grote kattenstaart in detail, ook een geweldige plant voor dagvlinders

Ik heb het geluk nu af en toe het gebied in te mogen om de planten te inventariseren, nu de broedtijd van vogels voorbij is. Het is een aparte ervaring hele stukken door ondiep water te sjokken. De waterstand is de laatste maand nog weer wat hoger geworden, maar juist de moerasplanten zijn goed in staat de kopjes boven  water te houden.  Naast kattenstaart staan egelboterbloem en watermunt flink te bloeien.

Alle bloemen van plasdras bij elkaar: geel de egelboterbloem, lila het watermunt en in het roze de kleine en beklierde duizendknoop

Dat zijn in hoofdzaak snelle pioniers, die profiteren van de open grond en de voedingsstoffen die zijn vrijgekomen bij de grondbewerkingen. En dan heel veel duizendknopen, niet de beruchte Japanse maar kleine inheemse soorten. Ze staan er zo massaal dat ze hele vlakken wit en roze kleuren, ondanks dat elk bloempje maar een millimeter groot is.

Hoewel alle oude sloten zijn gedempt, herken je hun loop nog aan de rietbanen in het gebied. De wortelstokken van het riet zijn in de slootoevers blijven zitten en groeien ver uit. Maar verscholen tussen dit riet ontdekken we ook al bijzondere planten: de eerste ratelaars, blauwe knopen en moeraskartelbaden. Er is maaisel met zaden van deze soorten uit andere natuurgebieden uitgestrooid in het gebied, en dat helpt ze om het gebied te koloniseren. En warempel ook het melkviooltje, superzeldzaam maar van oudsher in het Binnenveld. Voor mijn ogen ontwikkelt een natuurparadijs.

Geplaatst in de Gelderlander, 4 augustus 2021

pm. ..en je komt nog allerlei andere leuke dingen tegen….

Hoewel, de akkerdistels langs de randen van het gebied trokken in juli de meeste vlinders. Zoek naast de twee dagpauwogen het bruin zandoogje en een steenhommel.
De lieveling, een mooi nachtvlindertje dat soms voor je wegvlucht en snel weer in de vegetatie wegduikt.
En ook de gele tijger spotten wij al in het gebied, een rups smullend van de biezenknoppen.
En hier wordt de top van een wilde bertram vergald, door wat denk je, de wilde-bertramgalmug.

Pioniers in de Binnenveldse Hooilanden

Geplaatst in de Gelderlander 2 september 2020, maar even vergeten voor mijn weblog…

Het is rustig in de Binnenveldse Hooilanden, vrijwel stil zelfs. Links en rechts hoor ik af en toe een stap en het vredige grazen van …. Nee koeien lopen hier niet, het zijn mensen, die met gebogen  hoofd  boompjes zoeken en ze met een ferme beweging lostrekken uit de grond. Alsof een koe  haar tong om een pol gras slaat.

Vrijwilligers zoeken bomen en zeldzame planten

De natuur kan zijn gang gaan in de Binnenveldse Hooilanden, de werkzaamheden zijn sinds dit voorjaar al grotendeels klaar.  De kale grond is nog maar gedeeltelijk begroeid geraakt. De lijnen van nu gedempte sloten zijn duidelijk zichtbaar, hier zijn rietwortels weer uitgegroeid. In de grond zitten niet zo veel zaden, maar er komen al zaden aanwaaien. Ook een paar boomsoorten zijn handige windverspreiders. De pluiszaadjes van populier en wilg komen overal en leveren de eerste pioniers. Maar het is niet de bedoeling om hier bos te krijgen, de planten van blauwgrasland zouden wegkwijnen in de schaduw. Daarom heeft Stichting Mooi Binnenveld een groep vrijwilligers opgetrommeld. Deze 30 pioniers trekken in linie door het veld deze morgen om de boompioniers uit de grond te trekken.  En ze wisselen uit wat ze tussen die boompjes nog meer zien. Kleine kikkertjes, het kikkervisstadium net ontgroeid,  krioelen over de grond, en een vuurvlindertje koestert de zon. Er vliegt een nachtvlinder op voor onze voeten en gaat al snel weer zitten, Het blijkt een roesje te zijn, die probeert verder te slapen.

Tussen boompjes, lidrus en grassen ontdekken we ook de eerste planten van blauwgrasland. Een paar koekoeksbloemen, een ratelaar, en ruw walstro. En ook de eerste moeraskartelbladen duiken op. Duidelijk is dat deze zaden opkomen in een veld waar vorig jaar maaisel is uitgestrooid uit andere natuurgebieden. De zaden hieruit geven een nu nog bescheiden start aan de ontwikkeling van nieuw kruidenrijk grasland en blauwgrasland. Ook in de natuur blijven mensen pionieren.

Het moeraskartelblad, zelfs een bloeiend exemplaar terwijl de bloeitijd mei-juni is.

Waterberging tegen de droogte

In maart stonden de Binnenveldse Hooilanden grotendeels onderwater en waren de natuurontwikkelaars bang dat ze te nat zouden blijven. Er was zelfs een weidevogelbeschermer die bang was de kievit en grutto geen droog plekje voor de eieren zouden vinden. Een overschot aan water kolkte door de oost-west lopende sloten van het Binnenveld, en via de omkade watergangen door de nieuwe natuur heen naar de Grift. Drie maanden later is het zoeken naar de laatste plasjes water in het nieuwe natuurgebied. En op de agrarische gronden die waren opgehoogd om wateroverlast te voorkomen, wordt alweer een paar weken beregend.

Ook agrarische gronden naast de Binnenveldse Hooilanden hebben extra water nodig.

Daarvoor is water nodig. Net als voor al die zwembadjes die afgelopen weken  zijn gevuld. Zelfs als we geen last meer hebben van het Covid-virus is het lastig een buitenzwemplek te vinden in Wageningen. En een zwemplas in de uiterwaarden bij de Pabstsendam combineert slecht met de natuurdoelen voor dat gebied. De grondwatervoorraden dalen veel te hard. De regen van afgelopen week verandert daar nog niets aan. Boeren, natuurliefhebbers en recreanten hebben allemaal behoefte aan meer water. Volgens mij wordt het tijd extra waterberging te maken in het Binnenveld. Geen waterberging om wateroverlast elders te voorkomen, maar om droge tijden op te vangen. We moeten veel meer van het neerslagoverschot van de winter zien vast te houden. En als er dan toch een waterplas moet komen, kan een deel als zwemplas worden ingericht

Een onbezonnen idee? Het zal natuurlijk niet makkelijk zijn ook nog plek te vinden voor een waterberging. Ik zou denken niet op de laagste delen, maar hogerop zodat de landbouw ervan kan profiteren in droge tijden. En als we ook meer duurzame energie willen, moeten we er zonnepanelen op leggen? In de Conceptvisie buitengebied  Wageningen is een waterberging niet uitgewerkt.  Maar niet alleen Corona verandert ons leven,  laten we er alvast over nadenken.

Geplaatst in de Gelderlander 10 juni 2020

Het grootste deel van de Binnenveldse Hooilanden is nu zelfs te droog om planten te laten kiemen.

 

Binnenveldse Hooilanden: steppe met paarstinten

De Binnenveldse Hooilanden lager er tot half maart bijzonder nat bij, maar zijn in een maand tijd gigantisch opgedroogd, althans aan de oppervlakte.

Er ligt nu veel kale grond te wachten, hier en daar met barsten, op kieming van zaden, een dorre steppe.

Dat kan grillig gaan verlopen in zo’n droog voorjaar. Vooral in de randen staan wel al wat meer planten. Paars voert de boventoon in begin april. Het paars van de paarse dovenetel.

De pinksterbloemen zijn in het begin van de bloei ook rose, ze worden later steeds witter. Maar het blad van de pinksterbloem is ook erg paars aangelopen, wellicht door het schrale weer met koude nachten in begin april.

Eenzame pinksterbloem, paars aangelopen

Je ziet het ook terug in de basterdwederik, nu alleen nog met bladrozetten aanwezig.

En de blaartrekkende boterbloem.

Blaartrekkende boterbloem

Veel bloei is er nog niet, maar een enkele wilg die is achter gebleven heeft insecten nu juist nog wat te bieden in dit gebied. Weidevogels zie en hoor je nu wel in flinke aantallen, en de blauwborst zoekt ook houvast in het weinig riet en ruigte dat op dit moment aanwezig is.

Hoe het gebied zich verder ontwikkelt blijft een grote verrassing. We blijven het volgen, op 1,5 m afstand.